Ik geloof dat mensen graag eigen verantwoordelijkheid nemen, willen werken, zich nuttig willen voelen in de samenleving en voor een ander. Dat maakt namelijk gelukkig.
Na een eeuw van overconsumptie is er op allerlei vlakken crisis: economisch, maatschappelijk, ecologisch. Deze overconsumptie is steeds gestimuleerd door overheden. Nu opnieuw: we moeten consumeren om de economie weer aan te zwengelen. Maar is deze economie er in de eerste plaats niet om ons mensen ten dienst te zijn in plaats van andersom? Deze maatschappij is op hol geslagen (lees bijvoorbeeld eens de interessante visie van psychiater Dirk de Wachter over de borderline-maatschappij).
De crisis heeft ook iets goeds gebracht. Dat wat werkelijk belangrijk is voor een mensenleven tekent zich haarscherp af. De crisis zorgt ervoor dat we in een stroomversnelling aan veranderingen terecht komen. We moeten terug naar een zinvol bestaan waarin we voor elkaar zorgen en waar de mens centraal staat in plaats van geld.
Dat heeft niets te maken met “participatiesamenleving”, dat is alleen een ander woord om te zeggen: zoek het lekker zelf uit.
“Participatie-samenleving”, dat we met zijn allen actief meedoen aan de samenleving. Deden we dat dan niet al door deel uit te maken van die samenleving? Als een samenleving verandert, dan komt dat van binnenuit, doordat mensen reageren op de omstandigheden die er zijn. Niet doordat een minister roept: “we moeten geleidelijk naar een participatiesamenleving.”
Kabinet, zet je expertise in om de ruimte te scheppen waarin mensen een sociaal gezonde, minder individualistische (het eigene van de individu moet worden gerespecteerd en het sociale weefsel moet intact blijven) maatschappij kunnen vormen, waar oude ziekmakende systemen kunnen worden opengebroken.
Een regering moet de ruimte, voorwaarden en mogelijkheden bieden die mensen nodig hebben om te kunnen leven, dus ook voor de mensen die deel uitmaken van de samenleving die wel willen maar niet kunnen participeren. Gooi die verzorgingsstaat dus niet overboord.